woensdag 26 december 2018

"Den schoonen dag zal zeker ook wel komen"


  NIEUWJAARSWENS :          "Den schoonen dag zal zeker ook wel komen"
Soldaat Achiel Vandamme schreef op 24 dec. 1918 van uit Gent zijn nieuwjaarsbrief naar zijn zus. "Ik kom u een goed en gelukkig nieuwjaar te wenschen, wel te hopen dat wij in het jaar 1919 allen bij elkaar zullen zijn. Het is nu algelijk een verandering bij vorig jaar. Nu is Martha ( zijn zus) thuis gekomen. En we moeten niet meer vechten, men mag nu gerust gaan slapen. Vroeger moest men altijd aan iemand denken. Den schoonen dag zal zeker ook wel komen in het jaar 1919 dat ik zal mogen van den troep afgaan. Wat eenen schoonen dag zal dat zijn voor ons allen wij wederom mogen te zamen een nieuw leven beoefenen.
 Nu alice, we gaan allicht nieuwjaar hebben. Weet gij nog als ik in maarte in congé was dat ik u zij dat den oorlog ging gedaan zijn van de jare. Zie wel dat waar is wat ik u zei. Ik zal zeker wel een schoon nieuwjaar hebben van u. Daar den oorlog gedaan is en Martha gevonden, dat is wel een schoon Nieuwjaar weerd niet waar maar ik zal  een schoon verwachten ook.”
Tragisch, zes weken later overleed hij in het militair hospitaal van Antwerpen aan ziekte opgedaan aan het front.

donderdag 15 november 2018

Vreugdevol zag hij de zegepraal van het vaderland.


 "Vreugdevol zag hij de zegepraal van het vaderland.

Soldaat Achiel Vandamme overleefde het einde van de oorlog maar kon niet genieten van  de vrede.  Was getroffen door  de Spaanse griep epidemie . Hij overleed in het militair hospitaal van Antwerpen op 14 februari 1919 en ligt begraven op het kerkhof Schoonselhoef in Antwerpen.

Op zijn bidprentje schreef men..




maandag 12 november 2018

België is Liber !


Wapenstilstand 1918.   The Day after….    
   
Van soldaat Achiel Vandamme die meerdere keren per week naar zijn zuster schreef werd sedert 2 november van aan het front geen nieuws meer ontvangen.

 Zijn eerst volgende brief kwam op 4 december van uit Gent. Hij schreef: “ Ik kom juist uw twee brieven te ontvangen waarop ik uw gezondheid vernomen heb en met mij is het ook allerbest. Het was 14 dagen dat wij geen brieven gehad hebben en wij moesten niet schrijven, de brieven vertrokken niet. Zo wat avans om te schrijven als de brieven blijven hangen. Nu Alice, wij vertrekken bij enige dagen naar Duitschland. Dat zal iets zijn als wij daar zullen toekomen. Maar ik geloof niet d           at den oorlog gedaan is want er zit nog iets onder dat ze niet kenbaar maken. Nu dat is wat wilt: België is liber.

Op 11 december schrijft hij : “ Ik kom juist drie brieven te ontvangen met een van  den 29 en den 30e november en den 4 december. Ge zegt dat gij staat om er zot van te komen. Ge moet nu op mij niet meer denken den oorlog is nu gedaan en het is nu toch ook niet nodig dat men alle dagen schrijft want waar we nu zijn is alles dierder dan bachten de kuppe
Ieder keer dat ik schrijf is het nu 1 fr. of 2 fr. voor 5 bladen en 5 enveloppen. In de week is het voor ten minste 5 naar 6 fr. Zoo zie ne keer, het is niet om de zot te houden met het papier, niet waar.

Onderaan de brief vermeldt hij nog :; “Ge moet op mijn geschrift niet letten, het papier is niets waard.”

woensdag 7 november 2018

Achiel en zijn zus Martha



ACHIEL EN ZIJN ZUS MARTHA

Zijn zus Martha was ergens dienstmeid, wellicht in Tourcoing. Tijdens de oorlog is zij waarschijnlijk met wie zij in dienst was is zij met haar baas in Belgie gebleven , bij den duitsch schrijft Achiel.

In november 1918, toen hij  in België aan het front lag, bracht Achiel een bezoek aan de nonkels die toen in Lauwe verbleven. Hij ontmoette daar ook , na 4 jaar gemis, zijn zus Martha.

 Zijn schrijven over dit weerzien is  een ontroerend moment.Zo schrijft hij op 2 november 1918:

 Ik kom u het goede nieuws vertellen. Ik heb Martha gaan bezoeken  en goed gevonden.   Ik ben eerst naar nonkel Emils geweest en van daar  heb ik naar nonkel August geweest  die ook in Lauwe woont seder een jaar en dan heb Slinna met een van  nonkel Emiels achter Martha geweest.            Het was bijna donker als zij vertrokken zijn en ze zijn 's anderen daags smorgens met Marha afgekomen. Toen ik oorde dat ze inkwamen voelde ik bijna geen grond meer. Ge kunt peinzen meer dan 4 jaar elkander niet meer gezien hebben en ik herkende bijna haar niet meer. Zij is zoo verandert en vervet. Zij is wel versnelt en des avond hebben wij goed gelachen, ik en Jul van nonkel August hebben geheel den avond gezongen dat dunderde. Gij had daar ook moeten  zijn om zoo schoone te lachen, martha zei het ook.                                                                                                 Ik heb daar 2 dagen geweest en het heeft mij niet verveelt. Gij mag het geloven ik had gisteren avond als ik thuis kwam niet veel tijd meer om te schrijven.                                                                                Ik heb geschreven naar huis en het portret van Martha en van nonkel August naar huis gezonden.    Gij zal het meschien ook al gezien hebben. ik heb ook het portret van nonkel Emiels gevraagt of en zij hebben  het niet willen geven.                                                                                                                Nu ik en Martha hebben ons te gare doen trekken in Lauwe en als  ze gedaan zijn zal ik dan een opzenden. Nu alice, gij mag geloven dat Martha en al, dat ze veel afgezien hebben 4 jaar lang bij de duitsch. Het was toch zoo content van mij te zien, dat arme schaap. Maar ik was ook content            Nu als de conge zullen open gaan zal ik u schrijven achter geld want ik zal komen met Martha en zij hebt geen belgsch noch fransch geld, t'is al duitsch en om haren trein te betalen zal ze moeten fransch geld hebben en ik zal Martha alleszins mede hebben als ik kom. Martha hebt ook ne brief geschreven. Ik heb hem in onze boite gestoken omdat gij hem sebit zouw hebben. "

Martha plant om van uit Lauwe naar Vertheuil (Fr.) af te reizen. En op 10 november 1918 schrijft Martha:

“ Beminde Alix, Het is met plijzier dat ik vandaag mijne zondag ga passeeren met u beetje te klappen van ver.      Ik heb al uwe brieven ontvangen en bedank u voor al hetgeene dat gijder voor mij gedaan hebt, ook de masseurs die voor ons zoo goedt zin. Ik heb ook dat certificaat en dat mandat van 100 fr. ontvangen en aan al uwe vragen ga ik voldoen en heb ook zeer goed verstaan wat gij gezegt had voor mijn lijf moogt gij gerust zijn,
Beminde Alix, ik weet nog niet  hoe dat dat ga gaan met dat afkomen, want wij hebben nog geen nieuws gehad van mijne patroons. Ik ga u bij enige dagen schrijven wat dat zij daarvan zeggen.      Gij ga mischien trieste zijn, maar mijne ouders voor al, want ik verlang ook zoo om hunder al te zien. Dienen dag gaat ten schoonste zijn van mijn leven als wij malkaar in volle gezondheid mogen weder zien zonder te vergeten onzen broeder Achille die daar mischien in de tranché zit om ons Belgie te verlossen.
Och dat den goeden God mochte onze gebeden aanhoren en hem sparen van alle ongelukken en welk geluk voor ons en onze ouders al groote kinders om onze ouder te helpen.

Alix, gij vraagt wat ik het meest noodig hebt, als gij wilde vragen aan moeder om mij hemden te kopen en broeks en kousen en een kleed voor den zondag, alzoo de ander dat ik hebbe gaat zijn voor de weke. 
Alix, als gij mij ook wilde plezier doen van naar mijne madam  Delannoy te schrijven voor haar te bedanken voor hetgene dat zij gedaan hebt voor mij. Ge moet maar naar hier schrijven. Zij gaan ton aan mijne madam geven als zij komt en ook een voor madam declercq, want zij hebt wel voor mij gezorgt binst den oorlog. “

Hieronder foto van Martha Vandamme met soldaat  Henri Pype , die aan de hand verminkt was door een granaat.



zondag 14 oktober 2018

Over zijn maat Cyriel Durnez

Een van zijn frontvrienden in de groten oorlog



Dit is wat er enkele jaren later in "Het Parochieblad van Gheluwe" verscheen:

"CYRIEL DURNEZ

Op 14 october 1918, zoo nakende den wapenstilstand, tusschen Beythem en Rousselare, op het grondgebied van Rumbeke, bij de Hooge Barriere, viel onze dorpsgenoot Cyriel Durnez. Ziehier wat zijn luitenant schrijft aan Theophiel, vader van den gesneuvelden soldaat:

Goede vriend,

Cyriel Durnez werd doodelijk gekwetst in den buik; bleef aldus 5 uren liggen op 't slagveld tusschen onze en de duitsche lijnen. Na vijf uren lijden - 't was reeds avond - wierd hij achteruit gedragen in een huisje waar doktoors en almoezeniers verbleven om de gekwetsten te lenigen. Ik ken zijne laatste stonden niet, want ik moest vooruit met mijne mannen - nog 19 had ik er over van 60. Ik wed dat een van onze drie almoezeniers uw zoon heeft bijgestaan aan zijne dood.

Cyriel was altijd een voorbeeld van goed gedrag, nooit geen vloek, noch slechte klap! Geen slechte gezelschappen. Binst zijn lijden op 't slagveld morde hij niet; hij wist dat hij zou sterven: zijne wonde was te erg: hij heeft zich zonder twijfel tot den Hemel voorbereid. Ik zal zondag vurig gebed doen voor mijnen besten soldaat."

Bron: Gevallen op het veld van eer... Cyriel Durnez. Auteur: Johan Durnez


dinsdag 25 september 2018

Zou graag een konijn fretten


Op speciaal briefpapier met pentekening van A Bastien schrijft hij:
" Alix, ik verlang zo om in congé te mogen komen om een konijn te fretten en het duurt nog zo lang.
Als er een vet is, slaat hem maar de kop af en zend hem maar op. Ik zal hem hier fretten. Nu, in afwachting aanvaard mijn beste groeten van uw toegenegen broeder.

's Anderen daags schrijft hij " Alix, ik heb gisteren gevraagt om een konijn te hebben als ge wilt steek er twee vleschen win in."

Onze dappere piotten zijn al over Roeselare


Onze dappere piotten zij al over Roeselare
Uit de meer dan 150 frontbrieven schreef mijn oom, Soldaat Achiel Vandamme  op 29 sept.1918 naar zijn oudste zus.
 “ Beminde zuster,                                                                                                                                                       Op het Duits papier kom ik u enige regels te schrijven en de staat van mijn gezondheid kenbaar te maken. Ik ben 8 dagen redelijk in het gevaar geweest maar nu is het beter daar onze dappere piotten al over Roeselare zitten en de Engelsen in Menen en ze gaan nog altijd vooruit . Wij hebben ook al boven de 2000 gevangen genomen. Het bis papier van de Duitsch waarop ik schrijf. Ik hen al veel nieuws. Nu Courage, tot later,                                                                                                                                                uw broeder Achille.”
Op 12 oktober schrijft hij
“ Wij hebben altijd veel werk met den offensief. We zijn afgelost geweest en wij moeten weer beginnen. ’t Is toch wel wreed, den oorlog is bijna gedaan en de Belgen mogen geen repos meer hebben. ‘tIs wreed  hoeveel Belgen er nu op het slachtveld liggen. Nu gij vraagt hoe het gesteld is waar <wij vooruit gegaan zijn. Ik ben tot tegen Moorslede geweest met iemand van daar en we wisten niet meer waar we waren. Er stond niets meer recht, zelfs geen “brieke” meer. En verder zagen we  Dadizele die nog niet veel geschonden is maar ze schieten er hele dagen op en ’t is ook al geheel plat. Ik zie als den oorlog gedaan is dat er geen huis van heel Belgie nog geheel is.”

donderdag 15 februari 2018